Formaatcontrole, ook bekend als bestandsintegriteitscontrole, is een beveiligingshulpmiddel voor computers dat wordt gebruikt om de integriteit van een bestand of bestanden te controleren. Het doel van een formaatcontrole is om de grootte, het aantal bytes en andere eigenschappen van een bestand te vergelijken met het opgeslagen formaat van het bestand om er zeker van te zijn dat het niet corrupt is. Formaatcontroles worden gebruikt in back-up- en archiveringsprocessen om te controleren of de bestanden intact, nauwkeurig opgeslagen en klaar voor toekomstig gebruik zijn. Ze kunnen ook gebruikt worden als authenticatiemiddel voor bestanden om te verzekeren dat er niet met een bestand geknoeid is.
Een formaatcontrole kan handmatig worden uitgevoerd of met behulp van gespecialiseerde softwaretools. Bij handmatige formaatcontrole worden de eigenschappen van een bestand handmatig vergeleken met de verwachte of bedoelde eigenschappen. Gespecialiseerde tools maken het proces efficiënter door het vergelijkingsproces te automatiseren en meer informatie te geven over verschillen tussen het originele bestand en het herziene bestand.
Naast het controleren van de integriteit van bestanden, kunnen formaatcontroles ook controleren op verschillende niveaus van corruptie. Hogere corruptieniveaus kunnen vaak onopgemerkt blijven door gewone betrouwbaarheidsmaatregelen, waardoor formaatcontroles een belangrijk onderdeel van computerbeveiliging zijn.
Formaatcontroles kunnen worden gebruikt als onderdeel van systemen die bestanden voorbereiden voor opslag op lange termijn, met name in archief- en back-upprocessen. Het is ook belangrijk voor de beveiliging van gevoelige documenten, omdat een formaatcontrole onverwachte wijzigingen in bestanden kan detecteren die erop kunnen wijzen dat kwaadwillenden hebben geknoeid met de inhoud van het originele bestand. Formaatcontroles kunnen ook worden gebruikt voor authenticatie, door specifieke eigenschappen van een bestand te vereisen voor een proces.